Online platforms, user content en het Europees copyrightpakket
mr. Suzan Slijpen & mr. Mauritz Kop
"I want journalists, publishers and authors to be paid fairly for their work, whether it is made in studios or living rooms, whether it is disseminated offline or online, whether it is published via a copying machine or commercially hyperlinked on the web." –President Juncker, State of the Union 2016
Modernisering van het auteursrecht
Het bovenstaande citaat is afkomstig uit de ‘press release’ van het Commissie voorstel inzake de modernisering van het auteursrecht, oftewel het nieuwe copyrightpakket. Dit voorstel, met daarin aandacht voor online platforms, werd op 14 september 2016 gepubliceerd en beoogt een aantal moderne auteursrechtelijke struikelblokken aan te pakken. Onderstaand een link naar het Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt op EUR-Lex.
Het voorstel bevat maatregelen inzake Extended Collective Licensing (ECL) - een alternatief licentieringsmechanisme voor auteursrechtelijk beschermde werken. Bijzonder is de mogelijke introductie van een nieuw naburig recht voor uitgeverijen van nieuwsberichten. Een extra rechtenlaag dus: het digitale uitgeversrecht, met een looptijd van twintig jaar na publicatie. Voor educatieve tekst- en dataminingsdoeleinden wordt voorts een nieuwe onderwijsexceptie in het leven geroepen.
Het richtlijnvoorstel tracht een billijk evenwicht te vinden tussen de gerechtvaardigde belangen van zowel rechthebbenden als gebruikers (waaronder consumenten). Bijzonder aan dit Europese copyrightpakket is dat het een -voorzichtige- regeling treft voor de zogenaamde ‘value gap’.
Digital Single Market
De value-gap problematiek is in het kader van de plannen voor de ‘Digital Single Market’ (DSM) opgepikt door de Europese Commissie, omdat het een steeds nijpender probleem lijkt te worden. Dat deze value gap ‘iets’ te maken heeft met auteursrechten en online streaming, is voor een deel van de internetgebruikers inmiddels duidelijk, maar hoe de vork precies in de steel zit, blijft vaak wat abstract en schimmig.
Als we het hebben over de value gap, waar gáát dat dan over? Wat is het probleem, wie moet dit oplossen? Worden consumenten en ondernemers geraakt door de value gap en hoe zit het dan met die auteursrechten? In deze blog besteden we aandacht aan al dit soort vragen en méér.
First things first: User Generated Content platforms en de value gap
De value gap wordt vooral in verband gebracht met content platforms met winstoogmerk, meer specifiek de user generated content platforms (UGC) waar gebruikers filmpjes en muziek kunnen uploaden. Via computer, laptop of mobile apps. Voorbeelden van dergelijke platforms zijn Youtube, Mixcloud, Soundcloud en Facebook.
Als gebruikers daar muziek-of beeldmateriaal uploaden dat niet origineel is -dat wil zeggen niet door hen gemaakt of geschreven- terwijl de toestemming van de rechthebbende ontbreekt, is er sprake van een auteursrechteninbreuk.
Voor de rechthebbenden in kwestie is handhaving echter moeilijk: de inbreuken zijn dikwijls tamelijk massaal van karakter en bovendien is de identiteit van de inbreukplegers niet altijd of zeer moeizaam te achterhalen. Daarnaast lopen auteursrechthebbenden inkomsten mis: voor het uploaden van hun muziek of beeldmateriaal is immers niet betaald. En zo ontstaat de value gap: audiovisuele werken waaronder muziek wordt vaak en veel gestreamd en levert potentieel dus veel op, maar het ontbreekt aan een passende vergoeding voor de rechthebbenden.
Probleem voor de gehele muziekindustrie
Dat het gebrek aan een vergoeding enkel een (luxe)probleem zou zijn voor een selecte groep (dat wil zeggen: één procent) van artiesten en componisten, is een veelgehoorde misvatting: het wordt een steeds groter probleem voor de gehele muziekindustrie. En daar blijft het niet bij. Ook fotografen, filmmakers, cartoonisten, tekstschrijvers en componisten –eigenlijk de hele culturele en creatieve sector- zien zich in toenemende mate geconfronteerd met de value gap. Creaties en afbeeldingen van creaties komen via diverse wegen –meestal zonder toestemming- op allerlei online platforms (met winstoogmerk) terecht en kunnen makkelijk worden gedeeld en geëxploiteerd. Een billijke vergoeding staat daar in de regel niet tegenover.
Online streaming platforms
Hierbij gaat het derhalve niet om online streaming platforms zoals Spotify, iTunes (Apple Music) en Deezer of vergelijkbare muziekdiensten die netjes (conform wet en regelgeving) de benodigde licenties met de diverse rechteninstanties hebben afgesloten. Bij safe harbour en de value gap gaat het om diensten die muziek wellicht niet als hun corebusiness hebben, maar die wel hun winst behalen doordat gebruikers auteursrechtelijk beschermde content uploaden. Denk daarbij aan audiovisuele werken, zoals muziekvideo's en televisieprogramma's die op Video On Demand platforms terecht komen. En er vervolgens naast of bij die user generated content pre roll advertizing plaatsvindt. Men zou kunnen stellen dat deze UGC’s ook een vergoeding voor muziekgebruik dienen af te dragen. Of er daadwerkelijk een juridische vergoedingsplicht bestaat bij pre roll advertizing, of wanneer er advertenties worden vertoond, daarover lopen de meningen binnen de doctrine uiteen.
User generated platform en handhaving van auteursrechten
Een beheerder of eigenaar van een online platform met user generated content ziet zich voor een moeilijke taak gesteld, want hoe voorkom je effectief dat gebruikers de wet- en regelgeving inzake copyright met voeten treden? En hoe draag je er zorg voor dat rechthebbenden krijgen wat hen toekomt? Dat is een behoorlijke klus, waarvoor een beheerder wellicht niet voldoende is geëquipeerd. Tot vrij recent werd daarom veel discussie gevoerd over de vraag of het überhaupt de taak van een UGC-platformbeheerder is of zou moeten zijn om zich met handhaving van auteursrechten bezig te houden. Heeft de platformbeheerder een taak op dat gebied?
Rol voor UGC-platformbeheerder
‘Ja!’ zegt de Europese Commissie in het voorstel voor een ontwerprichtlijn over auteursrecht in de Digital Single Market dat zij op 14 september 2016 publiceerde. Een UGC-beheerder heeft een speciale verantwoordelijkheid. Juist door het bestaan van online streaming platforms, lopen rechtenhouders nu significante inkomsten mis.
Daarom moet de platformhouder ‘proportionele maatregelen’ nemen om ervoor te zorgen dat rechthebbenden hun rechten ook daadwerkelijk kunnen uitoefenen. Dit betekent dat zij hun intellectueel eigendomsrecht moeten kunnen exploiteren, maar ook handhaven. Bij voorkeur op een eenvoudige wijze.
Helaas is van die eenvoud nog weinig te bespeuren. Artikel 13 (het value gap voorstel), dat de regeling bevat over en voor UGC-platforms, is tamelijk ruim van opzet, ingewikkeld van redactie en rijkelijk vaag waar het de gebruikte terminologie betreft.
Herkenningstechnologie verplicht?
Zo volgt uit het eerste lid dat ‘aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij –waar men in dit geval o.m. content platforms met winstoogmerk mee aanduidt- ‘in samenwerking met rechthebbenden maatregelen nemen om de werking van overeenkomsten met rechthebbenden voor het gebruik van hun werken of andere materialen te verzekeren en om via samenwerking met de dienstenaanbieders te voorkomen dat op hun diensten door rechthebbenden aangewezen werken of andere materialen beschikbaar worden gesteld. Deze maatregelen, zoals het gebruik van effectieve technologieën voor herkenning van inhoud, zijn passend en evenredig.’
Veel tekst, moeilijk leesbaar, weinig echte aanknopingspunten voor concrete actie. Een concrete verplichting tot het gebruik van herkenningstechnologie, zoals Youtube momenteel al gebruikt met Content ID en account suspension, lees ik hier niet in. Uiteraard dient de Commissie bij het opstellen van de Richtlijn rekening te houden met allerlei tegengestelde belangen. We hebben immers te maken met een groot aantal stakeholders. Van user generated content platforms wordt in ieder geval verwacht dat zij de rechthebbenden voorzien van duidelijke en ‘passende’ informatie over de werking van de maatregelen en dat zij –indien passend- verslag doen over de herkenning en het gebruik van de werken of andere materialen.
Informatieverplichting UGC-platform richting rechthebbenden
Rijkelijk vage vereisten dus, maar duidelijk is wel dat het UGC-platform een informatieverplichting krijgt ten opzichte van rechthebbenden. De good old Notice & Take Down procedure (NTD) zal waarschijnlijk niet meer volstaan.
Uit de overige leden van artikel 13 volgt voornamelijk dat de lidstaten zelf verantwoordelijk zijn voor een adequate uitvoering, hetgeen overigens ook past bij het instrument van de richtlijn dat- anders dan een verordening- eerst dient te worden omgezet in nationale regelgeving.
De lidstaten moeten erop toezien dat er schadevergoedingsmechanismen beschikbaar komen die kunnen worden ingezet indien er geschillen ontstaan over een juiste uitvoering van artikel 13. Daarnaast rust op lidstaten een verplichting om de samenwerking tussen aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij en rechthebbenden te bevorderen.
Geen concrete oplossingen, wel een basis voor maatregelen op lidstaatniveau
Zoals al eerder aangestipt: artikel 13 blinkt niet uit in helderheid. Zelfs het begrip ‘value gap’ wordt niet van een nadere afbakening of hanteerbare definitie voorzien. Daarom is het van belang om artikel 13 in samenhang te lezen met de punt 38 en 39 van de overwegingen bij de Richtlijn, die wat meer houvast bieden. In punt 38 staat te lezen dat:
‘Wanneer aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij voorzien in de opslag van en de toegang tot auteursrechtelijk beschermde werken of andere materialen die door de gebruikers ervan zijn geüpload, en zodoende verder gaan dan de loutere beschikbaarstelling van fysieke faciliteiten en een handeling van mededeling aan het publiek verrichten, zijn zij verplicht licentieovereenkomsten met rechthebbenden te sluiten, tenzij zij in aanmerking komen voor de vrijstelling van aansprakelijkheid waarin artikel 14 van Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad voorziet.’
Einde aan safe harbour-exceptie bij pre roll advertizing
Aha. Verplichte licentieovereenkomsten tussen UGC-platforms en rechthebbenden. Dat is waar de Commissie naar streeft. Hiermee wordt enige uitleg gegeven over de verhouding tussen auteursrechten en de veelbesproken safe harbour-exceptie uit de E-Commerce Richtlijn (art. 14). Geen safe harbour bij preroll advertizing is daar een voorbeeld van.
Uiteraard moeten die licentieovereenkomsten wel effectief zijn. Aldus de Commissie:
‘Om de werking van een licentieovereenkomst te verzekeren moeten aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij die zich bezighouden met het opslaan van en het verlenen van publieke toegang tot grote hoeveelheden door hun gebruikers geüploade auteursrechtelijk beschermde werken of andere materialen, passende en evenredige maatregelen nemen, zoals de toepassing van doeltreffende technologieën, om de bescherming van werken of andere materialen te garanderen. Deze verplichting moet ook van toepassing zijn wanneer de aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij in aanmerking komen voor de in artikel 14 van Richtlijn 2000/31/EG omschreven vrijstelling van aansprakelijkheid.’
Welke technologieën zijn passend, doeltreffend en evenredig?
Het verduidelijkt wel iets, maar weer gaat het om ‘passend’ en ‘evenredig’ en ‘doeltreffende technologieën’. Dat kan alles en niets betekenen. Punt 39 biedt nog wat aanknopingspunten in die zin, dat het voor de werking van de ‘technologieën’ van belang is dat online platforms, waaronder user uploaded platforms met bijbehorende apps, een samenwerking aangaan met rechthebbenden.
‘In dergelijke gevallen moeten de rechthebbenden de nodige gegevens verstrekken om de diensten in staat te stellen hun inhoud te onderzoeken, en moeten de diensten met betrekking tot de gebruikte technologieën transparant zijn ten aanzien van de rechthebbenden, die de geschiktheid ervan moeten kunnen beoordelen. De diensten moeten rechthebbenden met name voorzien van informatie over de aard van de gebruikte technologieën, de manier waarop deze worden toegepast en de mate waarin hiermee resultaten worden geboekt bij de herkenning van inhoud van rechthebbenden. Deze technologieën moeten rechthebbenden ook in staat stellen om van aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij informatie te verkrijgen over het gebruik van hun inhoud waarop een overeenkomst van toepassing is.’
Het taalgebruik is wollig en ondoorzichtig, maar het komt erop neer dat de samenwerking tussen de diensten (vaak multinationals) en de rechthebbenden in het teken moet staan van informatie-uitwisseling en transparantie. Dat is heel wat anders dan harde eisen, waarborgen, concrete (individuele of collectieve) vergoedingsaanspraken en een wettelijk verankerd verbodsrecht.
Copyrightpakket
Heldere, concrete oplossingen worden vooralsnog niet geboden in het Commissievoorstel. Wellicht een gemiste kans, al ligt het copyrightpakket thans bij het Europees Parlement, voor wie nog een belangrijke rol is weggelegd bij het opstellen en indienen van amendementen. Desalniettemin stemt het voorstel tot optimisme. De value gap problematiek wordt in ieder geval onderkend en men is er duidelijk over dat de UGC-platforms, waaronder Video On Demand diensten, een rol moeten gaan spelen in waarborging en handhaving.
Hyperlinken met winstoogmerk
We komen nog even kort terug op de State of the Union van President Juncker inzake hyperlinken met winstoogmerk. Het copyrightpakket zou natuurlijk een uitgelezen mogelijkheid zijn om helderheid te scheppen over legaal en illegaal linken en embedden van muziek, video en tekst. En over vraagstukken omtrent systematisch commercieel ter beschikking stellen van content op het internet, onrechtmatige daad, opzettelijkheid en illegale bron, misleiding en ongerechtvaardigde verrijking.
Op dit moment is het niet de Commissie, maar het Europees Hof van Justitie die duidelijkheid tracht te verschaffen in (een niet aflatende stroom aan) vragen over 'openbaarmaken aan een nieuw publiek' of 'hyperlinken met of zonder winstoogmerk een relevante auteursrechtelijke handeling is', en over de 'morele rechten van de auteur'. In zaken als Svensson/Retriever en Sanoma/Geenstijl. Een wetssystematisch zuivere visie van onze hoogste wetgever - die bovendien anticipeert op technologische ontwikkelingen - is welkom.
Toegang tot digitale goederen en diensten verbeteren
De online diensten zullen zich niet langer aan hun verantwoordelijkheid kunnen onttrekken en dat past binnen de Digital Single Market strategie van de Europese Commissie, waarmee de Commissie beoogt de toegang tot digitale goederen en diensten te verbeteren alsmede de groei van deze sector te bevorderen.
Dat het nog wat onduidelijk blijft hoe dit er in concreto uit zal gaan zien, is vooralsnog geen grond tot pessimisme. Wat er op dit moment nodig is, is een concrete, breed gedragen visie op het Europees auteursrecht. De noodzaak daarvan is in ieder geval helder. We kijken uit naar het vervolg!