Factsheet Muziekrechten voor DJ's, Producers, Labels, Auteurs en Artiesten
Over muziekrechten zoals mechanische rechten, uitvoeringsrechten, auteursrechten en naburige rechten
In Nederland kennen we verschillende soorten muziekrechten. Muziekrechten zijn een verschijningsvorm van intellectuele eigendomsrechten en worden doorgaans onderverdeeld in auteursrechten en naburige rechten. Deze rechten, waaronder verbodsrechten en een aantal exploitatierechten, worden achtereenvolgens beschreven in de Auteurswet en de Wet Naburige Rechten. Niet alle vergoedingsrechten vindt men met zoveel woorden terug in de wet: sommige vinden hun oorsprong in de gewoonte of de praktijk, andere ontstaan door voortschrijdende technologie.
Bekende instanties bevoegd om vergoedingen voor muziekauteursrechten en muziekgebruik namens de rechthebbenden collectief te innen en vervolgens te reparteren zijn Buma/Stemra, Sena, Norma, Videma, STAP (Stichting Thuiskopievergoeding Audio Producenten), Stichting Reprorecht, Stichting Platform Multimediaproducenten en Stichting de Thuiskopie. Deze collectieve beheersorganisaties (CBO’s) zijn verenigd in brancheorganisatie VOICE (Vereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren). In VOICE zitten ook CBO’s zoals Stichting Pictoright, Lira, SEKAM, Stichting PRO, VEVAM, SVVP (Stichting Verdeling Videoproducenten) en Stichting Leenrecht. Andere organisaties die zich sterk maken voor het belang van auteursrechthebbenden op juridisch, economisch, cultureel en maatschappelijk vlak zijn CEDAR (Centrum voor Dienstverlening Auteurs- en aanverwante Rechten) en STARBEL (Stichting Auteursrechtbelangen).
Hieronder in vogelvlucht een overzicht van de verschillende vergoedingsrechten binnen het muziekrecht. Uitgangspunt is het onderscheid tussen auteursrechten op de compositie (A) en naburige rechten op de uitvoering of de master (B).
A. Auteursrechten op de compositie
1. Uitvoerend recht en mechanisch recht
Zowel de componist als de tekstschrijver hebben auteursrechten op door hun vervaardigd origineel werk. Makers van muziekstukken hebben bovendien een verbodsrecht op de openbaarmaking en de verveelvoudiging van hun werk. Voorafgaand aan openbare uitvoering, kopiëring of verspreiding van de compositie dient er toestemming te zijn gegeven door zowel de componist als de tekstschrijver. Tegenover deze toestemming kan een vergoeding staan. Auteursrechten ontstaan van rechtswege en kunnen worden overgedragen of in licentie gegeven door een daartoe bestemde schriftelijke akte. Het verdient aanbeveling om bij overdracht, licentie of exploitatie van auteursrechten met professionele muziekcontracten te werken.
Voor de praktijk zijn met name van belang het recht van de maker (dan wel diens rechtverkrijgenden zoals een muziekuitgever/publisher, platenmaatschappij of nabestaanden) om een werk openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen bij wet gesteld (art. 1 Auteurswet). Indien auteurs bij de Buma/Stemra zijn aangesloten kan de overdracht van auteursrechten aan een publisher gecompliceerd zijn. De auteur draagt zijn uitvoerende en mechanische rechten immers al over aan Buma/Stemra. Wat dan voor de muziekuitgever resteert is hoogstens een licentie. Men kan auteursrechten immers maar 1 keer overdragen.
a. Uitvoeringsrecht bij openbaarmaking of publieke uitvoering (Buma)
Indien makers bij Buma/Stemra zijn aangesloten ontvangen zij via deze CBO’s een vergoeding wanneer hun werken in het openbaar worden vertoond, uitgezonden of uitgevoerd. In de wandelgang noemt men dit openbaarmakingsrechten. In de Buma portal wordt dit een uitvoeringsrecht of een uitvoerend recht genoemd. Let dus op de terminologie: vaak worden er verschillende termen gehanteerd ter aanduiding van hetzelfde begrip. Repartitie in het kader van uitvoeringsrechten wordt door de Buma verzorgd. Zijn de auteurs niet aangesloten bij de Buma dan kunnen zij zelf een vergoeding bedingen voor het openbaar maken van hun werken.
b. Mechanisch recht bij verveelvoudiging en verspreiding (Stemra)
Stemra incasseert en verdeelt de vergoedingen voor het verveelvoudigen en verspreiden van auteursrechtelijk beschermde werken. In de Buma/Stemra titelcatalogus noemt men dit een mechanisch recht. Zijn de auteurs niet aangesloten bij de Stemra dan kunnen zij zelf een vergoeding bedingen voor de verveelvoudiging (zoals kopiëren of digitaliseren) van hun werken.
Onder de categorie Mechanisch vallen bij Buma/Stemra onder meer het synchronisatierecht, het recht op vergoeding voor Thuiskopie, het huur-en leenrecht en het database recht. Onder databaserechten verstaat deze collectieve rechtenorganisatie “Het recht om een werk op te slaan in een databank of een soortgelijk medium. Dit geldt zowel voor muziek als film, foto’s en tekst.”
c. Muziekgebruik in audiovisuele producties
Wanneer van muziek wordt gebruik gemaakt in audiovisuele media zoals commercials, films en games maakt Buma/Stemra onderscheid in een aantal soorten muziek:
- Librarymuziek (of Stockmusic)
- Bestaand hitrepertoire
- Opdrachtmuziek
- Remake of Cover
Aan dit rijtje kan nog de categorie rechtenvrije muziek worden toegevoegd. Muziek is in de volksmond “rechtenvrij” indien het door zijn leeftijd in het publiek domein is geraakt of indien de componist niet is aangesloten bij Buma/Stemra of een andere CBO (internationale zusterorganisatie). Ook kan een wel aangesloten componist besluiten zijn werk niet bij Buma/Stemra aan te melden (ook al wordt dit door de exploitatieovereenkomst met de CBO verboden), omdat de opdrachtgever (bijvoorbeeld een gamestudio) anders niet met hem in zee wil gaan.
Buma/Stemra onderscheidt verschillende soorten rechten bij het samenvoegen van beeld en geluid in audiovisuele producties. Deze afzonderlijke rechten, oftewel vormen van exploitatie, vindt men overigens niet direct terug in de wet. De Buma/Stemra systematiek bij audiovisuele media is afgeleid van de Amerikaanse praktijk en niet van onze eigen Auteurswetgeving. Het gaat om deze rechten:
- Uitvoeringsrechten / vertoningsrechten / openbaarmakingsrechten (via Buma)
- Fonografische rechten / opnamerechten (via Stemra)
- Mechanische reproductierechten (via Stemra)
- Synchronisatierechten / eerste vastlegging / sync rechten (via Stemra)
Voor elk van deze vergoedingsrechten geldt dat er voorafgaand aan gebruik toestemming dient te zijn van ofwel de rechthebbende zelf, ofwel Buma/Stemra. Het innen en verdelen (repartitie) van de audiogelden verloopt eveneens via deze instantie. Buma/Stemra vertegenwoordigt hier de belangen van auteurs en hun muziekuitgevers.
d. Online uitvoeringrecht en online mechanisch recht
Een relatief nieuwe categorie muziekauteursrechten is het zogenaamde “Online muziekgebruik”. Buma en Stemra onderscheiden binnen deze rubriek een online uitvoeringsrecht (bij openbaarmaking of communicatie naar het publiek alsmede beschikbaar stellen voor digitale exploitatie) en een online mechanisch recht (bij mechanische reproductie zoals verveelvoudiging en kopie). Deze rechten worden vervolgens onderverdeeld in interactief (on demand) en non-interactief gebruik. Denk bij online muziekgebruik aan exploitatie door middel van downloads, podcasts, webcasting, streaming en interactieve radio en TV.
e. Flexibel beheer van muziekauteursrechten
Inmiddels is flexibel beheer van auteursrechten ook mogelijk (bijvoorbeeld online gebruik uitsluiten van collectief beheer en daarmee in eigen beheer houden). Buma/Stemra onderscheidt vijf verschillende categorieën, te weten Events, RTV & Simulcasting (uitzendrechten radio en televisie), Achtergrond Muziek, Mechanisch en Online. Met ingang van 2015 kunnen rechthebbenden er middels een opt-out systeem voor kiezen bepaalde muziekauteursrechten in eigen hand houden.
2. Toestemmingstraject en vergoeding afhankelijk van muzieksoort en het soort muziekgebruik
Het te volgen toestemmingstraject en hoogte van de vergoeding zijn mede afhankelijk van het soort oftewel de categorie muziek (zie boven) waarvan gebruik wordt gemaakt. In bepaalde gevallen bestaan er standaardtarieven voor muziekgebruik. Toestemming kan in bepaalde gevallen ook worden geweigerd door de maker. Soms is expliciete voorafgaande toestemming van auteursrechthebbenden niet vereist, zoals bij muziekgebruik met een educatief karakter.
In Nederland verlopen de rechtenafdrachten voor het verveelvoudigen van muziek (buiten het publiek domein) in reclames, films, documentaires, omroepprogramma’s (radio en tv), games en op internet derhalve via Buma/Stemra. Zo ook de vergoedingen voor de openbaarmaking van achtergrondmuziek algemeen, amusementsmuziek in de horeca (live uitvoering of achtergrondmuziek), muziek op de werkvloer en op de sportschool, supermarkt, sociaal culturele instelling of in het onderwijs. Elke categorie muziekgebruik kent ook hier zijn eigen tarieven.
Niet helemaal zuiver is het feit dat het bij bepaalde rechten, zoals fonografische rechten, naar de letter van de wet niet om auteursrechten gaat maar om naburige rechten. Toch wordt een en ander door de Stemra afgehandeld en niet door de Sena. Dit heeft er mede mee te maken dat men het concept naburige rechten in de VS niet kent. Daar hebben producers en de uitvoerende muzikanten (performing) artists een auteursrecht op de master in plaats van (slechts) een naburig recht. In de VS worden deze rechten achtereenvolgens master rights, phonographic rights en digital performance of sound recording rights (DPSR) genoemd. Bovendien handelde de Stemra dit soort zaken al af en sloot zij in dat kader overeenkomsten met de grote platenmaatschappijen voordat Sena überhaupt bestond. Een treffend voorbeeld van een situatie waarbij de Buma/Stemra werkwijze vanuit praktische overwegingen afwijkt van de huidige systematiek van de wet.
B. Naburige rechten op de uitvoering of de master
1. Wie heeft naburige rechten?
Naburige rechten dienen te worden onderscheiden van auteursrechten, en komen toe aan degenen die de compositie uitvoeren (uitvoerende kunstenaars) en/of degene die zowel organisatorisch als financieel verantwoordelijk is voor het op de gevoelige plaat vastleggen van de uitvoering (producer of platenmaatschappij). Bij dance muziek bevinden auteursrechten en naburige rechten zich vaak in 1 hand, omdat een DJ of producer veelal zijn eigen werken produceert. Die persoon is dan schrijver, uitvoerend muzikant en producer tegelijk. Naburige rechten kunnen ook worden overgedragen of gelicentiëerd, en wel schriftelijk middels een daartoe bestemde akte (art. 9 WNR). Het verdient aanbeveling om bij overdracht, licentie of exploitatie van naburige rechten met een professioneel muziekcontract te werken dat is opgesteld door een gespecialiseerde jurist of advocaat met ervaring.
De rechthebbenden hebben een verbodsrecht op exploitatie van hun prestaties door derden (art 2 en 6 WNR). Hieronder vallen volgens de WNR het opnemen van een uitvoering, het kopiëren (reproduceren) en het verspreiden (in het maatschappelijk verkeer brengen) van een opname. Uitzondering hierop vormt de zgn. uitputting. Sinds 1 juli 1993 zijn naburige rechten in Nederland wettelijk verankerd in de Wet Naburige Rechten.
Nabuurrechthebbenden behoeven geen voorafgaande toestemming voor openbaarmaking of reproductie van de uitvoering of de opname te geven zolang er maar een billijke vergoeding voor exploitatie bestaat.
2. Sena, Norma, WIPO verdragen
In ons land zijn Sena en Norma de belangrijkste instanties belast met de incassering en verdeling van inkomsten uit naburige rechten aan rechthebbenden waaronder artiesten, uitvoerende muzikanten, platenproducenten (producer dan wel platenmaatschappij of record label), omroepverenigingen, filmproducenten, dansers en acteurs. In de Verenigde Staten noemt men de rechten op de geluidsband (mastertape, soundfile) “masterrechten”. Dit zijn in de VS volwaardige auteursrechten. Bovendien kent men in de VS het statutory rate. Voorts zijn de VS wel aangesloten bij het latere WIPO fonogrammenverdrag van 1996 en bij de Berner Conventie maar niet bij de Conventie van Rome van 1961 (wel bij de Universele Auteursrecht-Conventie van Geneve van 1952). Zowel Nederland als de VS zijn toegetreden tot het WPPT WIPO-Performances and Phonograms Treaty).
3. Nog geen erkenning algemene vergoedingsplicht bij openbaarmaking opname in de VS
De Verenigde Staten erkennen geen naburige rechten bij de openbaarmaking van geluidsopnames, mede vanwege een krachtige lobby daartegen van de Amerikaanse omroeporganisaties (radio, televisie alsook streaming radio Pandora). De Amerikanen noemen dit PPSR, oftwel de public performance van de sound recording. Erkenning van deze rechten zou voor de omroepen aldaar namelijk een grote nieuwe kostenpost met zich mee brengen.
Onlangs heeft een federale Amerikaanse rechter geoordeeld dat SiriusXM wel vergoedingen moet betalen voor PPSR. Via SoundExchange. Hierbij speelt overigens ook een belangrijke rol het onderscheid tussen State law (U.S. Copyright Law) en Federal law inzake pre-1972 recordings. Een vergoedingsplicht bij (non-interactieve) digitale transmissie van de opname wordt in de VS wel al erkend (DPSR). Zowel Pandora als SiriusXM betalen in de VS op het ogenblik derhalve vergoedingen voor DPSR maar voeren een juridische strijd over het al of niet betalen van PPSR. Uiteraard zou het ten opzichte van uitvoerende musici en platenproducenten fair zijn wanneer deze (niet digitale) naburige rechten in de toekomst wel worden erkend, waardoor de muziekdiensten zullen moeten overgaan tot betaling. Momenteel bevinden de VS zich op dit vlak in een uitzonderingspositie ten opzichte van de rest van de wereld.
Bij de bepaling wie wel of geen recht heeft op bescherming door wet of verdrag is het bij internationale kwesties van groot belang om te weten wie daadwerkelijk is aangesloten (inclusief ratificatie!) bij een bepaald verdrag en wie niet. Nationaliteit en territorium spelen hierbij eveneens een belangrijke rol. Uitgangspunt bij dergelijke kwesties is het beginsel van nationale behandeling (een conflictenregel uit het internationaal privaatrecht).
C. Overige rechten en vergoedingsaanspraken
In deze paragraaf een kort overzicht van overige (vergoedings)rechten en plichten binnen het muziekrecht.
1. Persoonlijkheidsrechten
De Auteurswet bepaalt dat aan de maker van een werk naast exploitatierechten ook persoonlijkheidsrechten toekomen (art. 25 Aw). Persoonlijkheidsrechten, ook wel morele rechten genaamd, zijn onlosmakelijk verbonden aan de persoon van de maker en derhalve niet overdraagbaar. Het recht van een auteur om op te treden tegen verminking, misvorming of aantasting van zijn werk is niet voor overdracht vatbaar (art. 25 lid 1 sub d Aw). Dit geldt evenzeer voor de (opname van de) uitvoerend kunstenaar (maar niet voor de platenproducent). Het doel van morele rechten is het beschermen van de bijzondere band tussen de schepper en zijn werk.
Persoonlijkheidsrechten kunnen zich er ook tegen verzetten dat een werk binnen de context van een bepaalde geloofsovertuiging wordt geplaatst. Ze kunnen zich ertegen verzetten dat een auteur, artiest of uitvoerend musicus reputatieschade oploopt, of een aantasting van diens integriteit.
Het morele recht op naamsvermelding is wel contractueel overdraagbaar. De looptijd van persoonlijkheidsrechten is gelijk aan die van auteursrechten en naburige rechten, mits de auteur in diens testament een persoon of gevolmachtigde heeft aangewezen om op het waarborgen van deze rechten toe te zien: 70 jaar na overlijden van de maker (art. 25 lid Aw).
2. Portretrecht artiest
Een artiest of beroemdheid kan zich ertegen verzetten dat zijn (in opdracht vervaardigde) portret zonder diens toestemming voor commerciële doeleinden wordt gebruikt (zoals in advertenties). Dit volgt uit het leerstuk van de verzilverbare populariteit. Het portretrecht gaat vaak boven het auteursrecht van de fotograaf op de door hem gemaakte foto of het belang van een uitgever op publicatie.
Grenzen aan het portretrecht als derogerende lex specialis zijn geplande fotosessies en niet-commercieel gebruik van de foto’s. Onder geplande fotosessies vallen bijvoorbeeld persmomenten. Tegen publicatie van dergelijke portretten kunnen artiesten zich slechts verzetten indien ze een redelijk belang hebben, zoals het recht op privacy. De publicerende partij doet er in de regel goed aan eerst (schriftelijke) toestemming van de artiest te vragen.
Derden (dus niet de fotograaf of de artiest) dienen altijd toestemming te vragen aan de fotograaf (immers de eigenaar van de foto), niet aan de artiest. In die verhouding gelden namelijk weer de auteursrechten van de fotograaf.
3. Thuiskopievergoedingen
Sinds 1990 kent men in ons land de Thuiskopieregeling, ter compensatie van gederfde exploitatie inkomsten van rechthebbenden (doordat consumenten kopieën maken voor eigen gebruik). Fabrikanten en importeurs van lege cd’s, dvd’s en harddisks betalen aan Stichting de Thuiskopie, die deze gelden vervolgens doorbetaalt aan de collectieve rechteninstanties (Norma, Sena, Stemra, STAP en SEKAM) en de NVPI. Die verdelen deze gelden vervolgens onder hun leden. Fabrikanten en importeurs berekenen de thuiskopiegelden door aan de consument. De hoogte van de thuiskopievergoeding wordt jaarlijks vastgesteld door SONT.
Met ingang van 10 april 2014 geldt er in Nederland een downloadverbod. Dit betekent dat downloaden uit illegale bron niet geoorloofd is. De Thuiskopievergoedingen gelden alleen voor downloads uit legale bron.
4. Grafische reproductierechten
Grafische reproductierechten zijn de aan uitgevers c.q. door hun vertegenwoordigde auteurs (componisten en arrangeurs) toekomende rechten of aanspraken krachtens wet en verdragen wereldwijd, ter zake van de openbaarmaking en verveelvoudiging van bladmuziek. Het gaat dan mede om het huren en verkopen van bladmuziek in papieren en gedigitaliseerde vorm. Stemra is de incasserende instantie namens de rechthebbenden.
5. Leenrechtvergoedingen en kabelrechten
Vanaf 1996 beschikken zowel auteurs van muziekwerken als houders van naburige rechten over vergoedingsaanspraken op basis van een zogenaamd leenrecht en verhuurrecht. Dit werkt hetzelfde als de thuiskopieregeling voor de verkoop van blanco geluidsdragers, maar dan ter compensatie van gederfde inkomsten voor het verhuren of uitlenen ervan. Vanaf 2006 geldt dit leenrecht eveneens voor multimediaproducten zoals games en software. Buma/Stemra, Lira en Norma zijn belast met repartitie. Bij Stemra vallen de huur- en leenrechten onder de categorie Mechanisch.
Sena is daarnaast bevoegd om de zogenaamde kabelrechten (vergoedingen voor kabeldoorgifte van uitzendingen) namens platenproducenten en uitvoerende kunstenaars te innen.
6. Merchandise rechten
Een niet te onderschatten bron van inkomsten voor artiesten vormt merchandising. Sinds de opkomst van full rights management (360 graden contracten) worden ook bepaalde merchandise rechten door de artiest aan de platenmaatschappij overgedragen. Bij merchandising draait het om de artiest als merk. Denk daarbij aan de merknaam (in de juiste klassen bij het BOIP / BIEE te registreren), het portretrecht, de url met artiestennaam, sponsoring, reclame, endorsing (bijvoorbeeld de artiestennaam verbinden aan een soundcard, drumstokken of andere hardware, maar ook aan software zoals een vsti-effect, plugin of softsynth), posters, mokken, poppetjes, kleding, schoeisel en petjes met het logo en wat dies meer zij. De vergoedingen voor de artiest liggen doorgaans tussen de 25 en de 50% van de netto inkomsten. Maak altijd goede afspraken over wie eigenaar is van de artiestennaam of de naam van de act, voor welk territorium dat geldt en voor hoe lang.
7. Youtube Monetization
Een bijzondere vorm van vergoeding voor digitale openbaarmaking is het Youtube monetization program. Na registratie voor een account is het mogelijk mee te delen in de reclame inkomsten die Youtube verwerft via content met veel plays. Voorwaarde is dat de uploader alle rechten heeft op zowel video als audio. De account moet bovendien “in good standing” zijn, dat wil zeggen dat er geen gele kaarten of hangende copyright infringement kwesties mogen spelen. Geeft het systeem toch een false positive dan is het mogelijk via emailsgewijze hoor en wederhoor de eigen kant van de zaak te belichten.
In muziekcontracten ziet men steeds vaker een Youtube bepaling, waarbij de artiest een deel van de opbrengsten uit Youtube plays ontvangt van het label. In die gevallen ontvangt het label als accountholder de gelden ofwel direct van Youtube, ofwel via een aggregator. Het is voor de artiest van groot belang dergelijke bepalingen helder te formuleren zodat er geen misverstanden over de verdeelsleutels of percentageberekeningen kunnen ontstaan.
Maak voorafgaand aan het opnemen van een videoclip of concertregistratie duidelijke afspraken over wie de rechthebbenden zijn van het beeldmateriaal, en of de kosten van het opnemen volledig (of deels) aftrekbaar zijn van de inkomsten.
8. Werkgeversauteursrecht: wie is de eigenaar van onder werktijd gemaakte muziek?
In de relatie tussen werknemer en werkgever kunnen er misverstanden ontstaan over bij wie de auteursrechten liggen van gedurende werktijd, of in het kader van de werkzaamheden tot stand gebrachte werken. In beginsel is de arbeidsovereenkomst, of de gewoonte in dit soort situaties leidend. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat een acteur of een individuele muzikant exploitatie van een film of concert door een groot orkest kan blokkeren. Persoonlijkheidsrechten brengen echter met zich mee dat de werkgever wel het recht op naamsvermelding moet respecteren.
Bij films kennen we de leer van het vermoeden van overdracht van exploitatierechten door de acteurs aan de filmproducent. Daar moet dan wel een zogenaamde billijke vergoeding tegenover staan. Dit speelt met name een rol bij het ontbreken van een deugdelijke overeenkomst.
Producenten van audiovisuele media zoals commercials en games laten hun muziek geregeld door eigen medewerkers (sounddesigners) maken. Dat is minder gecompliceerd dan het afsluiten van licenties met externe componisten. De sounddesigners vervaardigen de muziek in het kader van hun dienstverband, als werknemer. Hun werkgevers, zoals een reclamebureau of gamestudio hebben zogenaamd werkgeversauteursrecht op deze muziek. Grondslag daarvoor is het arbeidscontract. De gemaakte werken worden in de regel niet aangemeld bij Buma/Stemra.
D. Bescherming tegen inbreuken, downloadverbod en clearen van samples
1. De Auteurswet en de Wet Naburige Rechten bevatten zowel civielrechtelijke als strafrechtelijke bepalingen die het mogelijk maken op te treden tegen derden die inbreuk maken op de verbodsrechten van de rechthebbenden. Dit kan zowel op grond van een inbreuk op de exploitatierechten (uitvoeringsrechten en mechanische rechten) als op de persoonlijkheidsrechten van auteurs, platenproducenten en artiesten. Ook de rechtsverkrijgers of licentienemers (mits daartoe bevoegd op basis van een muziekovereenkomst zoals een licentiecontract) kunnen onder bepaalde voorwaarden in rechte optreden tegen inbreukmakers. Een jurist kan bijvoorbeeld schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad eisen bij de rechtbank, een advocaat kan in kort geding beslaglegging en een verbodsactie vorderen. Ook Stichting BREIN voert in het kader van piraterijbestrijding civielrechtelijke procedures.
Buma/Stemra en Sena kunnen ook tot handhaving en het vorderen van verbodsacties overgaan, en in dat kader rechtshandelingen (doen) verrichten, waar ook ter wereld. Zij zijn daartoe immers bevoegd (middels volmacht) op grond van de exploitatieovereenkomst.
2. Illegaal downloaden valt in Nederland sinds 10 april 2014 niet meer onder de Thuiskopieheffing. Er is nu derhalve, net zoals in de ons omringende landen, een zogenaamd downloadverbod van kracht. Indien u houder bent van muziekrechten (zoals auteursrechten of naburige rechten op muziek) is het thans ook mogelijk om juridisch op te treden wanneer uw muziek illegaal wordt gedownload. Daarbij moet u denken aan het vorderen van een schadevergoeding of een verbodsactie. U kunt op grond van auteursrechteninbreuk optreden tegen aanbieders van websites met illegale content, uploaders en sinds kort ook tegen individuele (Nederlandse) downloaders. Downloaden uit ongeoorloofde bron mag momenteel niet meer, ook niet voor eigen gebruik.
3. Of Nederlandse rechthebbenden in het buitenland worden beschermd tegen inbreuken is afhankelijk van de omvang van de bescherming die de nationale wetgeving aldaar biedt, de toepassingscriteria van het internationaal privaatrecht en of het betreffende land lid is van de Europese Unie dan wel is aangesloten bij de internationale verdragen op het gebied van auteursrechten en naburige rechten.
4. Voor het gebruik van geluidsfragmenten oftewel samples dient aan de rechthebbenden toestemming te worden gevraagd. Dit betreft zowel de auteursrechthebbenden (uitgever, auteur of beiden) als de nabuurrechthebbenden (producer, platenmaatschappij, artiest of uitvoerend muzikant). Aan de componist c.s. komt een licentievergoeding toe voor het gebruik van het onderliggende werk. In de VS heet dit een mechanical license. Aan de mastereigenaar komt een licentievergoeding toe voor het gebruik van de samples. In de VS heet dit een master use license. Bij gebruik van illegale samples riskeert u een rechtszaak inclusief schadeclaim met verplichting tot betaling van gemaakte winst. Zoals The Verve alle geïncasseerde royalty’s moest betalen aan de Rolling Stones vanwege het gebruik van een uncleared sample in hun Bittersweet Symphony hit.
Dit laatste geldt ook voor zogenaamde royalty free (auteursrechtenvrij) sample CD’s. Het is van groot belang samples te clearen voordat een plaat wordt uitgebracht. De vaak geringe lengte van het sample is daarbij niet van belang. Zorg dus dat er een schriftelijke licentie bestaat. Achteraf zal de gevraagde flat fee namelijk veel hoger liggen dan dat voorafgaand aan de release het geval zou zijn geweest vanwege de nadelige onderhandelingspositie post uitgave. De prijzen voor een vocal sample of bekende hook zullen doorgaans hoger liggen dan voor een doorsnee intro beat. Leg afspraken over muziekrechten altijd neer in daartoe bestemde muziekcontracten die zijn opgesteld door een ervaren specialist.