Een Juridisch Kader: Coveren, Remixen en Samplen
mr. Lidian J.G.M. de Weert [1]
COVEREN, REMIXEN EN SAMPLEN VAN MUZIEK
Kopieën en herinterpretaties van bestaande songs komen in de muziekwereld, zowel op professioneel als amateurniveau, veel voor. Talloze bands spelen weekend na weekend covers op allerlei feesten en partijen. Daarnaast remixen DJ’s aan de lopende band bestaande nummers en samplen zij muziek. Op al deze activiteiten is – hoewel in de praktijk de meeste artiesten zich dit niet realiseren – het recht van toepassing. De Auteurswet verbiedt namelijk auteursrechtelijk beschermd werk van een ander in het openbaar ten gehore te brengen of op te nemen. Daarnaast rusten er op de muziekwerken die worden geremixt of gesampled naburige rechten. Dit artikel behandelt de belangrijkste juridische aspecten rondom het coveren, remixen en samplen van muziek.
IN HET KORT: HET SYSTEEM VAN DE AUTEURSWET
De Nederlandse Auteurswet stamt uit 1912. Blijkens deze wet is een auteursrecht het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst om zijn werk openbaar te maken en te verveelvoudigen (art. 1 Aw). Hoewel dit artikel zich focust op auteursrechten die rusten op muziekwerken met of zonder woorden (art. 10 Aw), is het toepassingsbereik van de Auteurswet veel breder. Zo rusten er ook auteursrechten op schilderijen, meubels en parfums, en sinds kort ook op smaken.
Het is niet zo dat op iedere song of songtekst een auteursrecht rust. Rechtspraak zegt hierover dat sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk indien de compositie een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en de persoonlijke stempel van de maker draagt. Dit noemt men het werkbegrip. Er rust bijvoorbeeld geen auteursrecht op een bepaalde stijl, zoals de feel van hiphop of de bijzondere timing van Louis Armstrong. Voor het ontstaan en de geldigheid van een auteursrecht is geen registratie of andere formele handeling vereist. Mits een compositie of songtekst aan voorgenoemde eisen voldoet, ontstaat op grond van de wet, oftewel ‘van rechtswege’, automatisch een auteursrecht. Toch is het in de praktijk aan te raden om het ontstaan van een werk te documenteren om eventuele inbreuk te voorkomen.
COVEREN
Een cover is een uitvoering of opname van een bestaand lied door een andere artiest dan de oorspronkelijke componist en tekstdichter. Vooral moderne popmuziek wordt veel gecoverd. Een cover kan een bewerking, maar ook een kopie van het origineel zijn. Sommige covers zijn bekender dan het origineel, bijvoorbeeld Hallelujah van Leonard Cohen door Jeff Buckley, Nothing Compares 2 U van Prince door Sinéad O’Connor en I Shot the Sheriff van Bob Marley door Eric Clapton.
Instrumentale covers
Wanneer een band een cover wil uitvoeren of opnemen, is toestemming nodig van de oorspronkelijke componist. Wanneer het stuk door meerdere personen is gecomponeerd, is van ieder van hen afzonderlijk toestemming nodig. Dit komt doordat de verschillende muziekauteurs een gemeenschappelijk ondeelbaar auteursrecht hebben: ze zijn samen eigenaar van een enkel auteursrecht. Hiervan is sprake wanneer de afzonderlijke bijdragen van de componisten aan het werk niet te onderscheiden, dan wel niet te achterhalen zijn. Een beroemd voorbeeld is de samenwerking tussen John Lennon en Paul McCartney.
Exploitatie zonder instemming van alle medeauteursrechthebbenden kan mogelijk worden gemaakt met een zogenaamd split sheet: een document waarin van iedere bijdrage wordt bepaald welk aandeel deze vertegenwoordigt ten aanzien van het totale werk. Voorwaarde is echter nog steeds dat de afzonderlijke bijdragen zijn te onderscheiden en ieder zijn beschermd met een afzonderlijk auteursrecht.
Covers met tekst en vocalen
Voor het coveren van muziek met songteksten is toestemming nodig van zowel de componisten als tekstdichters, dan wel van hun respectievelijke muziekuitgeverijen. De toestemming kan mondeling worden verstrekt, maar gewoonlijk wordt er een schriftelijk licentiecontract gesloten tussen de auteursrechthebbenden en de artiest die het werk wil coveren. In ruil hiervoor betaalt de artiest een vaste of variabele vergoeding, die onder meer afhankelijk is van de populariteit van de oorspronkelijke song en de onderhandelingspositie van beide partijen.
Een artiest die een nieuwe tekst op een bestaande compositie wil schrijven of de bestaande tekst in een andere taal wil zingen, heeft hiervoor toestemming nodig van de tekstdichter. Binnen de rechtswetenschap is veel discussie of tevens toestemming vereist is van de componist van het werk. Zowel de wet als jurisprudentie geven hierover geen duidelijkheid.
De praktijk: aankloppen bij Buma/Stema
De schrijver van een song is niet altijd tevens auteursgerechtigde. Meestal dragen muziekauteurs namelijk hun rechten over aan muziekuitgeverijen, die voor hen de rechten exploiteren. Daarnaast dragen muziekauteurs hun rechten over aan collectieve rechtenorganisaties zoals Buma/Stemra. Dit maakt het lastig om te bepalen waar nu precies toestemming moet worden aangevraagd en wie die moet verlenen. Doordat Buma/Stemra naar eigen zeggen een wereldwijd repertoire beheert komt het regelen van toestemming in de praktijk vaak neer komt op het invullen van een formulier. Buma verstrekt licenties voor de openbaarmaking van covers; Stemra verleent toestemming voor de verveelvoudiging ervan.
Zusterorganisaties: o.a. GEMA, SABAM en PRS
Naast muziek van eigen bodem, coveren Nederlandse artiesten ook regelmatig Engelse en Amerikaanse muziek. Meestal liggen de auteursrechten van deze werken bij de verschillende nationale auteursrechtenorganisaties die in hun respectievelijke thuisland het aanspreekpunt vormen voor de vereiste toestemming. Deze internationale component maakt het verkrijgen van toestemming juridisch erg complex. Doordat ieder land zijn eigen systeem van muziekrecht heeft, is niet altijd even duidelijk of er rechten zijn en zo ja, wie die dan toekomen. Buma/Stemra heeft daarom zogenaamde reciprociteitsovereenkomsten gesloten met collectieve beheersorganisaties uit landen over de hele wereld, waardoor deze complexiteit in de praktijk enigszins wordt afgezwakt.
Er is één uitzonderlijke situatie waarin het niet nodig is om formeel toestemming te vragen. Deze uitzondering heet de ‘thuiskopie-exceptie’, op grond waarvan het is toegestaan om een cover van een werk of een gedeelte daarvan op te nemen, zolang dit zonder commercieel oogmerk gebeurt en de opname alleen dient ter eigen oefening en studie.
INTERMEZZO: DE WET OP DE NABURIGE RECHTEN
Voor het rechtmatig coveren, samplen en remixen van muziek is niet alleen de Auteurswet relevant, maar ook de Wet op de Naburige Rechten (Wnr). Uitvoerende musici die een plaat inspelen, hebben naburige rechten op hun uitvoering. Daarnaast heeft de producent, die verantwoordelijk is voor de organisatie en financiën, een naburig recht op de opname. Een naburig recht is net als een auteursrecht een exclusief recht, dat onder meer inhoudt dat de muzikanten die te horen zijn op de opname en de producent daarvan beslissen of de opname van de uitvoering wordt gereproduceerd of openbaar wordt gemaakt. De opname wordt in de Wnr aangeduid met de term ‘fonogram’. SENA int op basis van de Wet op de Naburige rechten de vergoedingen voor de uitvoerend kunstenaars van muziek.
SAMPLEN
Samplen is het overnemen en eventueel bewerken van een kort stukje muziek van een geluidsopname. Zo kan bijvoorbeeld een bekende beat of blazerspartij worden hergebruikt in een nieuw nummer. Een aantal bekende voorbeelden hiervan zijn Somebody That I Used to Know van Gotye, met een sample uit Seville van Luiz Bonfá, Crazy in Love van Beyoncé, met een sample uit Are You My Woman (Tell Me So) van The Chi-Lites en California Love van 2Pac, met een sample uit Woman to Woman van Joe Cocker.
Het rechtenvrij maken van een kort geluidsfragment wordt in de muziekbusiness clearen genoemd. Tegenwoordig zijn er steeds meer professionele bedrijven op de markt die zich hierin specialiseren. Een sample gebruiken zonder deze te clearen kan ernstige nadelige consequenties hebben. Het is dan ook verstandig eerst te controleren welke rechten van muziekauteurs, uitvoerend kunstenaars en producenten erop rusten.
Een sprekend voorbeeld van de gevolgen van sampling zonder toestemming is de wereldhit Bitter Sweet Symphony van The Verve, die de band in ernstige problemen bracht doordat zij een sample gebruikten van The Last Time van The Rolling Stones, zonder dit eerst rechtenvrij te maken. Tot de dag van vandaag int de muziekuitgeverij van The Rolling Stones honderd procent van alle inkomsten die het nummer opbrengt.
Om erachter te komen wiens rechten er van een muziekstuk moeten worden gecleared, is allereerst van belang vast te stellen of op de sample een auteursrecht rust. Hier gaat men weer uit van het werkbegrip: de sample moet een eigen, oorspronkelijk karakter hebben en de persoonlijke stempel van de maker dragen. Dit sluit bijvoorbeeld al uit dat op een maatsoort (bijv. vierkwarts, vijf-achtsten), een bepaald ritme (bijv. clave-patroon; tot groot verdriet van Bo Diddley) of een blues-schema auteursrechten kunnen rusten.
De literatuur gaat ervan uit dat gebruik van een sample alleen inbreuk oplevert als het fragment ‘een of meerdere auteursrechtelijk beschermde trekken van het oorspronkelijk werk’ bevat waaraan het kan worden herkend[2]. Een sample van een enkele toon, een akkoord of drumfill levert – uitzonderingen zoals de 'Amen break' daargelaten – dus niet snel een auteursrechtelijk probleem op. Buiten de context van de song is een dergelijk sample immers niet snel herleidbaar naar het origineel. De lengte van de sample is overigens irrelevant: mits de sample aan het werkbegrip voldoet, is toestemming altijd vereist.
CLEARANCE VAN ZOWEL AUTEURSRECHTEN ALS NABURIGE RECHTEN
Voor het gebruik van een auteursrechtelijk beschermde sample moeten de rechten van de componist en/of tekstdichter van het oorspronkelijke werk dus altijd rechtenvrij worden gemaakt, of gecleared. Daarnaast moet, ook in die gevallen waarin een sample niet auteursrechtelijk beschermd is, clearing van de naburige rechten plaatsvinden. Het gaat dus niet alleen om toestemming van componisten en tekstdichters, maar ook om toestemming van de uitvoerende artiesten en producenten van de opname. Meestal zijn deze rechten aan een platenmaatschappij overgedragen, waardoor hier toestemming moet worden gevraagd. Sommige artiesten omzeilen de naburige rechten door de sample zelf opnieuw in te spelen.
Met betrekking tot het samplen van een enkele noot geldt voor de naburige rechten iets soortgelijks als voor de auteursrechten. De literatuur stelt dat de karakteristieke trekken van de desbetreffende uitvoering herkenbaar dienen te zijn overgenomen[3]. Alleen dan kan de uitvoerende musicus zich verzetten tegen openbaarmaking of overname van zijn uitvoering. De producent kan zich alleen verzetten als het overgenomen deel van de tape auditief herkenbaar is[4]. Hogere rechtspraak over dergelijke situaties in Nederland ontbreekt echter nog, waardoor het onduidelijk is of deze voorwaarden overeind blijven in procedures.
Belangrijke uitzondering op het voorgaande vormen de muziekwerken die tot het zogeheten publieke domein behoren. Een auteursrecht vervalt 70 jaar na overlijden van de maker automatisch, waardoor zijn werk vrij mag worden gereproduceerd, gesampled, etc. Uiteraard kunnen er nog steeds naburige rechten rusten op uitvoeringen van werk waarvan het auteursrecht is vervallen. Voordat opnamen hiervan mogen worden gesampled, moet eerst clearing plaatsvinden. Een werk van Mozart mag dus vrijelijk zelf worden ingespeeld; een uitvoering van Wibi Soerjadi van hetzelfde werk mag niet zonder meer worden gesampled.
REMIXEN
De term remix is oorspronkelijk afkomstig uit de reggaemuziek, maar is vooral bekend geworden door de hedendaagse dancemuziek. Het is een ruim begrip, waaronder gewoonlijk de bewerking van een beschermde opname wordt verstaan. Het origineel wordt bijvoorbeeld gecombineerd met een ander werk, getransponeerd naar een andere toonsoort of maatsoort, of wordt digitaal omgezet naar een ander genre, waardoor een nieuw muziekstuk ontstaat.
Doordat bij remixen een groot deel of zelfs de gehele originele compositie wordt gebruikt, is de remix direct herleidbaar naar het origineel en is derhalve sneller voldaan aan het werkbegrip. Voor het opnemen en ten gehore brengen van een remix is daarom in de eerste plaats toestemming vereist van de oorspronkelijke muziekauteur, maar ook van de naburig rechthebbenden. Een remix is immers altijd gebaseerd op (meerdere delen van) een opname, zodat de uitvoering en tape automatisch herkenbaar zijn.
Op een remix kan een (nieuw) auteursrecht rusten, wanneer de remix voldoende oorspronkelijk is en de persoonlijke stempel van de maker draagt. Evengoed is voor openbaarmaking van de remix, wellicht tegen de verwachting in, toestemming nodig van de oorspronkelijke auteurs.
CODA
Het belangrijkste verschil tussen coveren, remixen en samplen wordt dus bepaald door of er wel of niet gebruik wordt gemaakt van een originele opname. Kortweg geldt dat, wanneer een auteursrechtelijke beschermde compositie of sample wordt gebruikt, toestemming nodig is van de auteursgerechtigde(n). Wanneer hierbij tevens gebruik wordt gemaakt van een opname, is bovendien toestemming nodig van de musici die de plaat hebben ingespeeld en de producent die de tape heeft geproduceerd. Desalniettemin zijn er situaties waarin bestaande wetgeving of jurisprudentie geen eenduidigheid biedt, zoals bij het samplen van zeer korte fragmenten. In dergelijke gevallen is het raadzaam om vakkundig advies in te winnen bij een specialist in het muziekrecht.
[1] mr. Lidian de Weert (1989) studeerde Nederlands Recht met specialisatie Ondernemingsrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daarnaast studeerde zij Jazz / Pop met specialisatie basgitaar aan het Artez Conservatorium te Arnhem.
[2] Chielen, Kort begrip van het intellectuele eigendomsrecht, Deventer: Kluwer 2014.
[3] ibid.
[4] ibid.